Duits leren 160 woorden en zinnen

Text | MP3 | Test | PDF | Video

ja
ja

goed
gut

elf
elf

nee
nein

hoe?
wie?

te gek
toll

nul
null

één
eins

twee
zwei

drie
drei

vier
vier

vijf
fünf

acht
acht

negen
neun

tien
zehn

dank u wel
danke

alstublieft
bitte

wanneer?
wann?

links
links

mooi
schön

duur
teuer

zes
sechs

twaalf
zwölf

eerste
erst-

waarom?
warum?

rechts
rechts

volgen
folgen

goedkoop
billig

vakantie
Ferien

zeven
sieben

tweede
zweit-

derde
dritt-

pas op
Achtung

uitgang
Ausgang

twintig
zwanzig

dertig
dreißig

veertig
vierzig

vijftig
fünfzig

zestig
sechzig

zeventig
siebzig

tachtig
achtzig

negentig
neunzig

honderd
hundert

duizend
tausend

tot gauw
bis bald

ingang
Eintritt

geopend
geöffnet

omkeren
umkehren

afslaan
abbiegen

heel goed
sehr gut

ik ook
ich auch

dertien
dreizehn

veertien
vierzehn

vijftien
fünfzehn

zestien
sechzehn

zeventien
siebzehn

achttien
achtzehn

negentien
neunzehn

goedemiddag
guten Tag

waar is …?
wo ist …?

gratis
kostenlos

er is …
es gibt …

er zijn …
es gibt …

rechtdoor
geradeaus

prachtig
großartig

dit is …
das ist …

nee bedankt
nein danke

tot morgen
bis morgen

tot later
bis später

goedenacht
gute Nacht

waar zijn …?
wo sind …?

welkom
willkommen

sorry?
wie bitte?

uitstappen
aussteigen

goedenavond
guten Abend

hartelijk dank
vielen Dank

gesloten
geschlossen

ik zoek …
ich suche …

dol zijn op
toll finden

interessant
interessant

ik heet …
ich heiße …

ik werk
ich arbeite

hou je van …?
magst du …?

tweehonderd
zweihundert

vijfhonderd
fünfhundert

tweeduizend
zweitausend

tienduizend
zehntausend

goedemorgen
guten Morgen

ik wil graag …
ich möchte …

wat is dat?
was ist das?

is het ver?
ist es weit?

verdergaan
weiterfahren

aangenaam
sehr erfreut

één miljoen
eine Million

oké
Einverstanden

geen dank
keine Ursache

eenentwintig
einundzwanzig

dat betekent …
das bedeutet …

niet slecht
nicht schlecht

ik weet het niet
ich weiß nicht

tweeëntwintig
zweiundzwanzig

vijfendertig
fünfunddreißig

honderdeneen
einhunderteins

tot ziens
auf Wiedersehen

het spijt me
es tut mir Leid

haten
gar nicht mögen

hoe heet u?
wie heißen Sie?

ik kom uit …
ich komme aus …

ik ben met pensioen
ich bin Rentner

hoe oud bent u?
wie alt bist du?

studeer je?
bist du Student?

het maakt me niets uit
das ist mir egal

het is te druk
es ist überfüllt

heb je zin om …?
hast du Lust, …?

u gaat steeds rechtdoor
fahren Sie weiter

bevalt het u?
gefällt es Ihnen?

hoe noem je dat?
wie nennt man das?

dat schrijf je zo: …
das schreibt man …

wat doet u zoal?
was machen Sie so?

ik hou erg van …
mir gefällt … sehr

ik begrijp er helemaal niets van
ich verstehe nichts

hoeveel kost het?
wie viel kostet das?

ik weet bijna niks
ich weiß fast nichts

vond je het leuk?
hat es dir gefallen?

daar zou u naar toe moeten gaan
Sie sollten hingehen

het is heel erg warm
es ist wirklich heiß

is er een … hier?
gibt es hier einen …?

hoe schrijf je dat?
wie schreibt man das?

ik ben het er mee eens
ich bin einverstanden

we krijgen regen
es könnte Regen geben

een ogenblik, alstublieft
einen Augenblick, bitte

kunt u dat herhalen?
können Sie wiederholen?

ik vind het moeilijk
ich finde das schwierig

het is vlakbij
es ist ganz in der Nähe

ik studeer economie
ich studiere Wirtschaft

ik werk in de marketing
ich arbeite im Marketing

ik begrijp het een beetje
ich verstehe ein bisschen

ik heb het niet begrepen
ich habe nicht verstanden

kunt u het opschrijven?
können Sie es aufschreiben?

ik ben het er niet mee eens
ich bin nicht einverstanden

neemt u mij niet kwalijk, waar is …?
Verzeihung, wo ist …, bitte?

het was prachtig weer
wir hatten herrliches Wetter

waar is het toilet, alstublieft?
wo sind die Toiletten, bitte?

iedereen praat zo snel
die Leute sprechen so schnell

het is vijf minuten lopen
es dauert fünf Minuten zu Fuß

u bent altijd van harte welkom
Sie sind jederzeit willkommen

wij hebben ons erg vermaakt
wir haben uns gut unterhalten

heeft u een e-mailadres?
haben Sie eine E-Mail-Adresse?

we hebben geluk met het weer
wir haben Glück mit dem Wetter

ik vind dat je het heel goed spreekt
ich finde, du sprichst sehr gut

dat is een hele mooie streek
das ist eine sehr schöne Gegend

wat een rotweer
was für ein scheußliches Wetter

wat voor werk doet u?
in welchem Bereich arbeiten Sie?

ik ben drie dagen geleden aangekomen
ich bin vor drei Tagen angekommen

hoe gaat het met u? heel goed, dank u wel
wie geht es Ihnen? danke, sehr gut

kunt u iets langzamer praten?
können Sie bitte langsamer sprechen?

ik kan je mijn e-mailadres geven
ich kann dir meine E-Mail-Adresse geben

ik heb hele aardige mensen ontmoet
ich habe sehr nette Leute kennen gelernt

sommige klanken zijn moeilijk uit te spreken
manche Laute sind schwierig auszusprechen

er is voor de hele week mooi weer voorspeld
sie haben schönes Wetter für die ganze Woche angekündigt